De vorige bewoners: artsengeslacht Van Batenburg

Batenwijk werd in 1794 gebouwd voor Dirk Pieter van Batenburg, die zich toen als geneesheer in Maurik vestigde, leert het boekje Maurik in grootmoeders tijd (zie ook de geschiedenis van Batenwijk). Volgens de auteur A.J.G. Hoogendoorn kreeg het pand de naam bij een modernisering in 1862, toen het in handen was van Jacob Dirk van Batenburg, die het vernoemde naar zijn ouders Pieter van Batenburg en Cornelia van Wijk.

De familie Batenburg leverde tussen 1796 en 1911 vijf huisartsen aan de (toen nog) gemeente Maurik, weet Hoogendoorn te melden. Een kleine zoektocht op Genealogie Online levert daar het volgende over op (zie ook de stamboom onderaan deze pagina).

Het Maurikse artsengeslacht Van Batenburg lijkt te beginnen met Peter van Batenburg. De in 1771 in Houten geboren ‘genees- en heelmeester’ trouwt in 1805 in Maurik met Cornelia van Wijk. Zij zijn dus de mensen aan wie de naam van het huis later werd ontleend. Maar onduidelijk is nog of Peter en Cornelia het huis hebben laten bouwen, of dus die door Hoogendoorn genoemde Dirk Pieter (en hoe verhoudt hij zich tot de op genealogie-site genoemde Van Batenburgs?) Deze Peter en Cornelia kregen samen acht kinderen. Het eerste en vierde kind kozen het beroep van hun vader: de zonen Ocker van Batenburg (1806-1861) en Jacob Dirk van Batenburg (1814-1875) werden beiden ‘geneesheer’.

Over zoon Ocker loopt het spoor daar dood. Van zoon Jacob Dirk is bekend dat hij in 1842 trouwde met ene Cecile Catharine Madeleine Werff, met wie hij maar liefst tien kinderen voortbracht. Hij zou degene zijn die het dus vernoemde naar zijn vader en moeder tijdens een modernisering. Van de zeven zonen en drie dochters die Jacob Dirk kreeg, zette het zevende kind, zoon Martin Willem van Batenburg (1852-1911) de familietraditie voort door arts te worden.

Martin Willem huwde in 1883 met Henriette Brigg in de plaats waar zij vandaan kwam: Amsterdam (dus er woonde mogelijk eerder een Amsterdammer in Batenwijk!). Zij kregen drie kinderen, van wie de laatste ook het vak van arts koos. Dit was Heinrich Willem van Batenburg (1890-1958). Daarmee leverde de familie dus verspreid over vier generaties vijf artsen op.